Hormonen, risicogedrag en het puberbrein

 

Door: Dr. Jiska Peper
Universiteit Leiden | Science2share

Pubers staan er om bekend dat ze vaker riskant gedrag vertonen als ze opgroeien van kind tot volwassene. De puberteit is een fase waarin veel veranderingen optreden, waaronder een enorme toename in geslachtshormonen. Het hormoon testosteron is zo’n geslachtshormoon en onderzoek, waaronder uit ons lab, laat zien dat dit hormoon een rol speelt bij de toename in risicogedrag. Maar, is het wel terecht dat puberhormonen de schuld krijgen van ‘lastig’ gedrag? Onderzoek laat zien dat ze juist nodig zijn voor de ontwikkeling van het brein.

Hormonen en het brein

De lichamelijke veranderingen die optreden in de puberteit (zoals lichaamsbeharing, borstgroei en de baard in de keel) worden met name veroorzaakt door de hormonen testosteron en oestradiol. Echter, deze hormonen hebben mogelijk ook effect op de ontwikkeling van het brein.

Onderzoek bij knaagdieren toonde aan dat puberteitshormonen nodig zijn voor de hersenontwikkeling (ja, ratten maken ook een puberteit door, maar dat duurt slechts 2 a 3 weken!). Indien bijvoorbeeld de hormoonproductie wordt geremd of helemaal stilgelegd in puber-ratten, is er minder myeline aanmaak om de uitlopers van hun zenuwcellen te zien. Myeline is uitermate belangrijk voor de hersenen. Het is een vettige substantie dat in een laagje om de uitlopers van zenuwcellen wordt aangelegd en ervoor zorgt dat de informatieoverdracht tussen zenuwcellen sneller verloopt.

Risicogedrag

Hoe hormonen de ontwikkeling van het menselijke puberbrein beïnvloeden is nog niet helemaal duidelijk. Meestal wordt er in onderzoek naar verbanden gekeken tussen hoeveel testosteron een puber aanmaakt en het brein, zoals in ons lab ook is gedaan. De deelnemers lieten we thuis, direct na het wakker worden, een beetje speeksel verzamelen. Daarin kan redelijk betrouwbaar het niveau van testosteron (of andere hormonen) worden gemeten. Daarna kwamen ze voor een hersenscan naar het lab en voerden ze gedragstaken op de computer uit die o.a. risicogedrag meten. Een zo’n gedragstaak is het ‘ballonnenspel’, waarin de deelnemers virtuele ballonnen moeten opblazen, waarbij ze voor iedere keer dat ze de ballon oppompen wat geld verdienen. Als de ballon knapt (op ieder willekeurig moment), verliezen ze het geld. Het is dus aan de deelnemer om op tijd te stoppen met oppompen en het geld op de veilige bank te zetten.

Wij zagen dat het hormoon testosteron verband hield met het verder opblazen van de ballonnen. Dit verband werd bij zowel jongens als meisjes gezien (meisjes maken ook testosteron aan, alleen in mindere mate). Bij de resultaten van het ballonnenspel kwam een interessant verschil tussen jongens en meisjes naar voren: jongens met relatief veel testosteron lieten meer ballonnen knappen, terwijl meisjes met veel testosteron iets meer geld verdienden op het spel (ten opzichte van meisjes met minder testosteron).

Identiteit ontdekken

Zoals gezegd wordt het hormoon testosteron in verband gebracht met een toename in het zoeken naar spanning en sensatie en ook risicogedrag. Hoewel de (volwassen) buitenwereld dit gedrag soms als lastig ziet, is een bepaalde mate van risicogedrag voor tieners ook nuttig: de drang om spannende nieuwe dingen uit te proberen kan je ook wat opleveren. Zoals in het voorbeeld van het ballonnen spel, leverde meer risicogedrag meer geld op bij meisjes met relatief veel testosteron. Steeds meer onderzoekers richten zich op de ontwikkeling van ‘nuttig’ risicogedrag. Hierbij valt te denken aan het proberen toe te treden tot een nieuwe vriendengroep (met het risico dat ze je niet aardig vinden), het opnemen voor een gepeste klasgenoot (met het risico zelf gepest te worden), auditie doen voor een toneelgroep of band (met het risico op afwijzing), of een nieuw vak op school uitproberen waarvan je niet zeker weet of je er goed in bent. Kortom gedrag waarbij je je identiteit leert ontdekken en je grenzen gaat verkennen. Als jonge tieners dit gedrag te weinig vertonen, kan dit misschien zelfs leiden tot angst of onzekerheid. Het hormoon testosteron kan angst remmen en mogelijk zelfvertrouwen vergroten, dat weer van pas kan komen in de kritieke fase van volwassen worden.

Kortom, het hormoon testosteron lijkt een noodzakelijk hormoon voor de hersenontwikkeling in de puberteit, en is daarnaast ook nuttig voor een gezonde dosis risicogedrag in de puberteit!